Femke Halsema brengt ode aan het Salafisme
Dit is een ode.
Aan de handen die homo's van het dak duwden.
De ogen die suggereren dat het geen brievenbus is.
De harten die horen dat iemand iets over de profeet zei.
Aan de niet-werkers ― de niet-handenschudders ― de niets dan Allah vrezenden.
Dit is een ode.
Aan de thuiszorgmedewerker die nog even bij die oudere vrouw langsgaat maar niet binnen mag komen van haar man omdat het niet de vader, broer, oom of neef is.
Aan de meester, die na alle administratie gesprekken moet voeren met ouders die geen Nederlands spreken.
Aan de politieagent, die na haar dagdienst nog een nachtdienst draait omdat gangster-islam het sociale weefsel ontbindt en zou willen dat ze dezelfde bevoegdheden had als de Marokkaanse politie.
Dit is een ode.
Aan haar, aan hem, aan hen. Aan jou. Maar vooral aan hem.
Aan de veldhospieken, de schriftgeleerden, de nieuwsjaars-ordediensten, de bombriefbezorgers, de madrassa-vrijwilligers, de propagandisten, de djin-uitdrijvers en baarmachines.
Dit is een ode omdat jij altijd maar zeikt, en nog je zin krijgt ook.
Dit is een ode omdat jij het verdient dat wij knielen voor jouw woestijnideologie.
We zien je.
We waarderen je.
Dit is een ode omdat jij moet weten dat je niet alleen voor de annexatie van Europa staat.